Anthonius van Utrecht
Zie Anthonius de Borch.
Jan van Vechel
In 1374 goot deze klokkengieter, broer van Willem van Vechel en Jacob van Helmont twee klokken voor Kalkar. Jan van Vechel wordt tot het Bossche klokkengieterscentrum gerekend. Hij stierf vóór 1410. Hij was een zoon van Willem van Helmont.
bron:
C.N.Fehrmann, De Kamper klokgieters. Hun naaste verwanten en leerlingen (Kampen, 1967), p.33-35.
Jacob van Vechel
Deze klokkengieter uit het Bossche centrum was een zoon van Willem van Helmont; broers waren Jan en Willem van Vechel. Van Jacob zijn klokken bekend tussen 1369 en 1371. Hij stierf vóór 1385.
bron:
C.N.Fehrmann, De Kamper klokgieters. Hun naaste verwanten en leerlingen (Kampen, 1967), p.33-35.
Willem van Vechel de Oudere.
Zie Willem van Helmont.
Willem van Vechel de Jongere.
In 1375 werd deze gieter tezamen met zijn gelijknamige zoon in Xanten ontboden voor het gieten van een klok. Hij was een zoon van Willem van Helmont en een broer van Jan van Vechel en Jacob van Helmont. Hij stierf waarschijnlijk omstreeks 1391. De Van Vechels behoorden tot het Bossche klokkengieterscentrum. Mogelijk was Willem van Vechel identiek aan Willem de Buscoducis (zie aldaar).
bron:
C.N.Fehrmann, De Kamper klokgieters. Hun naaste verwanten en leerlingen (Kampen, 1967), p.33.
Willem van Vechel de zoon
Hij was de zoon van Willem de jongere. Samen met zijn vader werd hij in 1375 klokken naar Xanten ontboden. In 1408 goot hij een klok van 7000 pond voor de Sint Jan te ’s-Hertogenbosch. Hij behoorde dan ook tot het Bossche centrum, ofschoon hij waarschijnlijk in Veghel geboren was. Hij stierf omstreeks 1431.
bron:
C.N.Fehrmann, De Kamper klokgieters. Hun naaste verwanten en leerlingen (Kampen, 1967), p.35.
Willam van Veen
De stadsrekeningen van Deventer uit 1370 en volgende jaren spreken over een klokkengieter Willam van Veen die voor de stad een uurklok had gegoten. Hij zou afkomstig zijn uit Holland
bron:
M.M. Doornink-Hoogenraad, Deventer klokgieters en hun gieterij. In: Verslagen en Mededeelingen van de Vereeniging tot Beoefening van Overijsselsch Regt en Geschiedenis, 57ste stuk, 2de reeks, 33ste stuk, 1941, p.77-127.
Familie Van Venlo, alias Van Venraide
Met de laat-middeleeuwse klokkengieters uit Venlo die zich Van Venlo noemden, is het niet eenvoudig gesteld. De moeilijkheid is dat zij met die naam waarschijnlijk slechts wilden aangeven dat zij van Venlo afkomstig waren. Het is derhalve geen familienaam, reden waarom zij zich ook wel eens anders noemden en met name Van Venraide, daarmee waarschijnlijk aangevende dat ze van Venray afkomstig waren
Een tweede probleem is het feit dat er identieke voornamen zijn en met name Jan en Jacob. Daardoor lijkt het erop dat een klokkengieter soms meer dan veertig jaar in het vak zat. Dat is echter voor een zwaar beroep als klokkengieter niet erg waarschijnlijk. Er waren derhalve meerdere klokkengieters met dezelfde naam. Maar waar ligt de cesuur tussen de ene en de andere? Soms kunnen de gebruikte versieringen uitkomst bieden, soms ook een korte periode waarin de bewuste naam niet voorkomt.
bronnen:
Martin Jansen, Jan van Venlo, de klokkengieter. In: Tijdschrift der Vereeniging voor Noord-Nederlands Muziekgeschiedenis, Deel 1, 1885, p.35-43.
Wim Truyen, Jan II van Venlo. In: A.A.J.J. van Pinxteren e.a. (red.), Pronkstukken Venlo 650 jaar stad (Venlo, 1993), p.57-60.
Jörg Poetgen, Diener zweier Herren. Die spätmittelalterliche Glockengießerwerkstatt in Venlo. In: Annalen des historischen Vereins für den Niederrhein, Heft 196, 1994, p.31-62.
Leo Giesen, De klokken van Beesel. In: Maas- en Swalmdal, jaarboek 16, 1996, p.18-46.
André Lehr, Jan die Smet vander Diesdunc. In: Berichten uit het Nationaal Beiaardmuseum, no.30, augustus 2001, p.3-5.
Jan van Venlo de Oudere
Klokken van Jan van Venlo beslaan een periode van 1437 tot 1509. Op grond van het toegepaste ornament lijkt de eerste Jan van Venlo tussen 1437 en 1455 gewerkt te hebben. Daarna zien wij zijn jongere naamgenoot Jan van Venlo de Jongere verschijnen, en wel tussen 1461 en 1509. Of en hoe zij aan elkaar verwant waren, is niet bekend.
In de jaren vijftig werkte hij nog al eens samen met Jacob van Venlo, alias van Venraide. Soms wordt verondersteld dat Van Venlo en Van Asten dezelfde persoon zijn. Maar dat lijkt ten onrechte
bron:
Zie familie Van Venlo.
Jacob van Venlo de Oudere, alias van Venraide
Jacob van Venlo of van Venraide klokkengieter van het Venlose centrum heeft in de jaren vijftig van de vijftiende eeuw met Jan van Venlo de Oudere samengewerkt. Was laatstgenoemde toen op leeftijd gekomen? In de periode 1452-1493 zien wij hem veelvuldig alleen werken, doch soms ook samen met Jan van Venlo de Jongere. Men kan zich overigens afvragen of één gieter een periode van meer dan veertig jaar kan omspannen. Dat lijkt uitgesloten. Het moet dan om twee gieters gaan en zulks nog afgezien van Jacob van Venlo de Jongere die in de jaren 1519-1521 zelfstandig klokken giet.
bron:
Zie familie Van Venlo.
Jan van Venlo de Jongere, alias van Venraide
Jan van Venlo de Jongere was een zoon van Jacob van Venlo de Oudere. Hij was getrouwd met een zuster van de Venlose gieter Goswinus de Wilde.
Op grond van ornamenten moet de Jongere Van Venlo omstreeks 1460 van Jan van Venlo de Oudere het roer hebben overgenomen. Klokken zijn bekend tussen 1461-1509. En dat is een erg lange periode. Men kan zich daarom afvragen of zo’n lange tijdspanne voor middeleeuwer wel realistisch is en dat er daarom wellicht twee gieters van dezelfde naam waren, dus tezamen met de Oudere zelfs drie Jan van Venlo’s. Jan van Venlo manifesteerde zich overigens ook onder de naam Jan van Venraide.
Jan van Venlo werkte dikwijls samen met zijn broer Gerard van Venlo, alias van Venraide, alsmede met Jacob van Venlo de Oudere, alias van Venraide, wellicht een zoon van een van beiden.
Van Venlo de Jongere was stellig de belangrijkste klokkengieter uit het Venlose centrum. Hij goot fraai geornamenteerde klokken. Zijn grootst bekende klok woog circa 3700 kg. Van zijn hand is ook het prachtige doopvont (1489) in de kerk te Wijk bij Maastricht.
In 1465 hadden hij en zijn schoonvader Arnold de Wilde een conflict met Johan de Klockengieter omdat deze in strijd met gemaakte afspraken toch klokken in een bepaald gebied had verkocht.
Jan van Venlo de Jongere was ook bij de politiek van zijn tijd betrokken. De positie van Arnold van Egmond, hertog van Gelre waartoe ook Venlo behoorde, werd betwist door zijn zoon Adolf van Egmond. Tussen 1458 en 1472 was er regelmatig strijd tussen beiden en hun aanhang. Die eindigde pas toen Gelre aan Karel de Stoute toeviel. Overigens vader Arnold stierf in 1473. Bij die strijd was ook Jan van Venlo de Jongere betrokken die als aanhanger van Adolf zijn werkplaats gebruikte voor het maken van allerlei wapentuig. Zijn schoonvader Arnold de Wilde trok intussen in 1468 met de halve Venlose burgerij naar Kleef om te moorden en te branden. Hertog Jan van Kleef had namelijk de zijde van de vader gekozen. Overigens ook Johan de Klockengieter was nauw betrokken met het vervaardigen van wapens en buskruit (Zie aldaar).
bron:
Zie familie Van Venlo.
Gerard van Venlo, alias van Venraide
Zoon van Jacob van Venlo de Oudere. Als klokkengieter uit Venlo werkte hij ook samen met Jan van Venlo de Jongere alsmede met Jan van Straelen. Klokken van hem vindt men tussen 1492 en 1514.
bron:
Zie familie Van Venlo.
Jacob van Venlo de Jongere, alias van Venraide
In de jaren 1518-1521 verschijnt er weer een klokkengieter uit Venlo met de voornaam Jacob ten tonele. Hij gaat geen compagnonschap met anderen aan. Zie verder Jacob van Venlo de Oudere.
bron:
Zie Jan van Venlo de Oudere.
Jan van Venraide
Zie Jan van Venlo de Jongere.
Gerard van Venraide
Zie Gerard van Venlo.
H. Venverlo
In 1821 leverde deze verder onbekende klokkengieter een klokje voor Heiloo.
Jan en Pieter Verbruggen
Jan Verbruggen werd in 1712 te Enkhuizen geboren. Als kind toonde hij veel belangstelling voor tekenen en schilderen. Hij bleek daar ook talent voor te bezitten. In 1734 trad hij in het huwelijk met Eva van Schaak uit een vooraanstaande Enkhuizer familie. Hun zoon Pieter werd in het daarop volgende jaar geboren. Daarna zagen nog twee meisjes het levenslicht. Kort daarop stierf zijn vrouw zodat Jan al met 34 weduwnaar was. Maar hertrouwen deed hij niet. Zoon Pieter volgde een universitaire studie in Leiden, promoveerde aldaar in 1756, doch kwam daarna in het bedrijf van zijn vader. Ook was hij actief als advocaat.
Jan werd in 1746 stadsklokken- en geschutgieter van Enkhuizen. Niet veel later, in 1755, verhuisde hij naar Den Haag om aldaar als landsgeschutgieter te gaan werken. Maar kort daarop ontstonden er technische problemen over de wijze waarop kanonnen gegoten en geboord dienden te worden. Ook functioneerde de aldaar aanwezige smeltoven niet naar behoren. Er ontstonden allerlei problemen die er tenslotte toe leidden dat Jan en Pieter Verbruggen in 1770 een functie in Engeland aanvaardden. Voortaan zouden zij de Royal Brass Foundry te Woolwich (Londen) leiden. Aldaar werd uitsluitend geschut gegoten. Van de technische aspecten daarvan maakte Jan Verbruggen, of wellicht Pieter, een bijzonder fraaie serie levensechte en technisch nauwkeurige aquarellen. Jan stierf te Woolwich in 1782. Zijn zoon Pieter eveneens aldaar in 1786.
Van de Verbruggens die in de eerste plaats geschutgieters waren, zijn slechts weinig klokken bekend. Uit de Enkhuizer periode kennen wij twee klokken van Jan uit 1750 en 1756. In de Haagse tijd signeerden vader en zoon samen. Een vijftal klokken is van hen bekend tussen 1757 en 1763.
bronnen:
S.Spoelstra e.a., Voorlopige inventaris van de werkstukken van de Enkhuizer klokkengieters (manuscript uit 1981 aanwezig in de bibliotheek van het Nationaal Beiaardmuseum).
Carel de Beer, The Art of Gunfounding. The Casting of Bronze Cannon in the late 18th Century (Rotherfield, East Sussex, Engeland, 1991).
Pieter Vermaten
Van de Amsterdamse klokkengieter Pieter Vermaten kennen wij klokken uit de periode 1694-1702. Ook kocht hij in 1694 het bij een blikseminslag beschadigde klokkenspel van Zwolle dat Jan Burgerhuys met zijn zoon Evert in 1612-1615 had gegoten. Het ging daarbij, tezamen met de vernielde luidklokken, om niet minder dan 33.238 pond! Vermaten was overigens niet de officiële Amsterdamse stadsklokken- en geschutgieter. Hij gebruikte wel een versiering welke op die van de Amsterdamse gieters Koster leken. Had hij in die gieterij zijn opleiding genoten?
bronnen:
B.Bijtelaar, De Zingende Torens van Amsterdam (Amsterdam, 1947), p.45.
M.A.Brandts Buys, Lijst van Nederlandsche klokkengieters met enkele bizonderheden (’s-Hertogenbosch, 1925), p.18.
Johan Vermi
In 1693 leverde deze verder onbekend klokkengieter een klok voor Waalwijk.
Henrick Vestrinck
Henrick Vestrinck, de laatste klokken- en geschutgieter van Kampen, was afkomstig van Gescher. Mogelijk was hij aanvankelijk als knecht in dienst van Kylianus Wegewaert. Na diens overlijden in 1640 kon hij de Kamper gieterij in 1645 overnemen waarbij hij van de stad voor vijftien jaar toestemming kreeg om aldaar zijn beroep uit te oefenen. Hij trouwde met de dochter van een potgieter, een bronsgieter van kleine objecten derhalve.
Kylianus Wegewaert was vooral geschutgieter. Slechts twee klokken zijn van hem nog bekend en wel uit de jaren 1644 en 1645. Hij stierf in 1653. Daarmee was voorgoed een einde gekomen aan het klokken gieten te Kampen.
bron:
C.N.Fehrmann, De Kamper klokgieters. Hun naaste verwanten en leerlingen (Kampen, 1967), p.178-180.
C. de Vette
In de zeventiende eeuw leverde deze verder onbekende gieter een klokje aan Nieuwerkerk aan de IJssel.
Quirijn de Visser
Deze geelgieter tevens klokkengieter was de zoon van de geelgieter Willem de Visser. Het werd te Rotterdam in 1675 geboren. Naast geschut goot hij ook klokken. Deze zijn bekend uit de periode van 1707-1718. Verder weten wij dat hij een kleine klok aan Schotland leverde. Quirijn de Visser stierf te Rotterdam in 1732.
bron:
Kanonnen, Klokken en Kandelaars. Koper en brons uit Rotterdam. Catalogus bij de gelijknamige tentoonstelling in het Schielandshuis te Rotterdam 26 maart – 27 juni 1999, p.111.
Christian Wilhelm Voigt en zijn zonen Christian en Rutgerus
Christian Voigt, telg uit een grote familie van klokkengieters in Duitsland, had zijn gieterij te Dremmen, ongeveer 25 km oostelijk van Sittard. Klokken van Christian Wilhelm, al of niet samen met een of twee zonen, vindt men in Nederland tussen 1734 en 1765. Na 1765, klaarblijkelijk het sterfjaar van Christian Wilhelm, werken de beide zonen Christian en Rutgerus samen van 1765-1772. Omstreeks 1768 vestigden zij zich te Isselburg, vijftien km ten oosten van Emmerik. Na 1772 lijkt Christian nog de enige zoon te zijn die klokken giet. Nog in 1802 vinden wij een klok die Christian met zijn zoon Christian Diederich heeft gegoten.
bronnen:
Heinz Neulinger, Glockengießerei in Isselburg im 18.Jahrhundert. In: Unsere Heimat, Jahrbuch des Kreises Berken 1987, p.222-224.
Wim van Heugten, Die Isselburger Glockengießer Voigt im Liemers. In: Unsere Heimat, Jahrbuch des Kreises Borken 1988, p.245-246.
Christian Diederich Voigt
Hij was de zoon van Christian met wie hij in 1802 een klok goot. Ook goot hij in 1809 samen met zijn oom Rutgerus een klok voor Nederland. Hij had zijn gieterij te Isselburg, vijftien km ten oosten van Emmerik.
Joannes Rutgerus Voigt
Van hem vindt men in Nederland de meeste klokken van de Duitse familie Voigt. Ze zijn gedateerd tussen 1787 en 1819. Aanvankelijk woonde hij te Emmerik, maar vanaf 1789 in Isselburg, vijftien km oostelijk van Emmerik. In welke relatie hij met de overige leden van de familie Voigt stond, is niet bekend.
W. Vollmering en zoon
Zij goten in 1829 een klok voor Varsseveld in Gelderland.
Van Voorden Gieterij
Deze nog altijd bestaande gieterij te Zaltbommel, gespecialiseerd in het gieten van scheepsschroeven en aanverwante producten, heeft in 1950 een vijftal klokken gegoten. Klokkengieter was Udo Andries van Bergen (1883-1970), afkomstig van de Van Bergen klokkengieterij te Midwolda.
bron:
K.B. de Haan, De klokkengieters Van Bergen. Van Midwolda naar Heiligerlee 1795-1980 (Heiligerlee, 1992).
Jan van Vorscoten
Op het einde van zijn leven, in 1481, werkte Steven Butendiic samen met Jan van Vorscoten, een verder onbekende gieter.
bron:
C.N.Fehrmann, De Utrechtse klokgieters en hun verwanten. In: Klokken en Klokkengieters (Culemborg, 1963), p.159-311.
Evert Vos
Evert Vos was klokkengieter te Geertruidenberg waar hij zich in 1609 had gevestigd. Van hem kennen wij klokken uit de periode 1609-1612.
bron:
J.H. van Mosselveld, De klokken van Geertruidenberg. In: Brabantia, jg.8, 1959, p.106-124.
Peter Albertsz. Vriese en Aelt Boister
Immeke van Wou, dochter van Geert van Wou de Jongere, huwde met Peter Albertsz. Vriese of Vrese. Deze op zijn beurt was compagnon van de verder onbekende klokkengieter Aelt Boister ook wel de Stomme genoemd. Van hen is één klok bekend, uit 1569.
bron:
C.N.Fehrmann, De Kamper klokgieters. Hun naaste verwanten en leerlingen (Kampen, 1967), p.155.
Willem Jacobus de Vrij
De Vrij was klokken- en geschutgieter te Groningen. Werk van hem kennen wij tussen de jaren 1635-1665.